“Dit terrein was vroeger van Staatsbosbeheer. Mijn opa was hier boswachter en is deze camping ooit begonnen. Mijn vader ging hier als jongeman aan de slag als assistent. Hij werd op slag verliefd op mijn moeder, de dochter van de baas. Later zette hij het bedrijf voort, en nu heb ik het weer overgenomen van míjn vader. Het is een echt familiebedrijf.’

Vroeger heette de camping ‘t Woutershok, nu draagt het de naam Woud. Ricardo: “Deze naam past beter bij ons. Want we zijn gericht op de natuur. Het zit in ons DNA om met de natuur te werken. We zitten op een prachtige plek, in het bos en vlak bij het strand en verschillende natuurgebieden zoals Nationaal Park Duinen van Texel. We hebben geen toeters en bellen, zoals midgetgolf, maar dat wat we doen, doen we goed. Alles ademt hier natuur. Dat spreekt onze gasten aan. De natuur heeft geen poeha nodig.” 

Ricardo de Graaf

Nederland in het klein

Op zijn achttiende ging Ricardo aan ‘de overkant’ studeren: “Pas toen kreeg ik het besef hoe bijzonder de natuur op Texel eigenlijk is, daar moest ik eerst even voor weg zijn, weg van eiland. Ik heb ook mijn favoriete plekken. We zijn hier omringd door natuur.  Hier verderop heb je het turfveld. Daar heb je het ‘paadje naar 14’. Je loopt eerst door het bos, daarna door de duinen en dan kom je op het strand. Dan heb je eigenlijk alle facetten die je vindt in het Nationaal Park. Het is hier een beetje Nederland in het klein.”

Toen Ricardo klein was, vond hij het geweldig om hutten te bouwen in het bos. “Ik ging op avontuur en speelde altijd buiten. Voor mij was dat heel normaal. Wij wisten niet beter. Maar kinderen uit een grote stad weten misschien niet eens hoe je een hut moet bouwen. Ik bouw nog steeds hutten, maar dan in het echte leven. Het bos hoort niet in een porseleinenkast. Je moet het beleven en ademen. Maar je moet er wel met respect mee omgaan.”