Afgelopen juni werd Gijs de Kruif door het algemeen bestuur van de Stichting Samenwerkingsverband Nationale Parken gekozen als nieuwe voorzitter. De meerwaarde van de nationale parken over het voetlicht te brengen en de belangen ervan te behartigen, dat is voor Gijs de Kruif een grote drijfveer om zich als voorzitter van het SNP voor in te zetten.
Wie is Gijs de Kruif en hoe bent u betrokken geraakt bij de nationale parken in Nederland?
Ik woon al 60 jaar op een boerderij in Woudenberg, waar ik ben geboren en getogen. Ik ben getrouwd, vader van drie dochters en grootvader van vier kleinzoons. Echt geworteld in de omgeving van de Utrechtse Heuvelrug. Ik ben parttime werkzaam als Rentmeester NVR (Nederlandse Vereniging van Rentmeesters). Ongeveer 12 jaar geleden raakte ik als wethouder betrokken bij Nationaal park Utrechtse Heuvelrug als lid van de toenmalige gebiedscommissie. Later heb ik zitting gehad in de Raad van Toezicht en sinds 3½ jaar ben ik directeur-bestuurder. Na een aantal jaren penningmeester van de Stichting Samenwerkingsverband Nationale Parken (SNP) ben ik nu voorzitter.
Waarom wilde u voorzitter worden van het SNP?
SNP is het overlegorgaan van alle nationale parken in Nederland. De stichting heeft als doel van alle nationale parken bijzondere en aantrekkelijke natuurgebieden te maken. Tegelijkertijd zet het SNP zich in om goede afspraken met overheden en andere partners te maken, bijvoorbeeld over de uitwerking van het nieuwe Beleidsprogramma Nationale Parken, maar ook om de nationale parken financieel gezond te houden. De meerwaarde van de nationale parken over het voetlicht te brengen en de belangen ervan te behartigen, dat is voor mij een grote drijfveer om mij als voorzitter van het SNP voor in te zetten.
Hoe kijkt u aan tegen de grote diversiteit van de nationale parken en aspirant parken en hoe houdt u ze verenigd?
De diversiteit van de parken past uitstekend bij de veelzijdigheid van de natuur in Nederland. Het draagt daarnaast ook bij aan de aantrekkelijkheid van de parken en zorgt er voor dat een bezoekje aan alle parken telkens weer verrassend zal zijn. Qua organisatie zijn er uiteraard ook veel verschillen. Op zich hoeft dat geen probleem te zijn, het zijn de kernwaarden die ons verenigen. Dat vraagt uiteraard wel continue aandacht en daar steek ik graag energie in. Enerzijds door regelmatig contact met de verschillende parken, anderzijds door betrokken partijen te (blijven) uitleggen dat ieder park unieke eigenschappen kent die benut kunnen worden bij de uitvoering van taken.
We zitten in het eerste jaar van een nieuwe Beleidsperiode voor de Nationale Parken. Wat zijn voor u de grootste kansen en uitdagingen?
De eerste uitdaging is de verbinding van de natuurkernen met de omgeving. De activiteiten in de flanken van deze natuur zijn van groot belang voor behoud en versterking van de natuur. Een goede relatie met grondgebruikers in deze overgangen is daarom essentieel. Het is mijn overtuiging dat we met bijvoorbeeld de landbouw intensief samen zullen moeten werken om onze gezamenlijke doelstellingen te halen. Daarbij is het zaak dat we als partners optrekken en dus ook de belangen van de anderen in beeld moeten hebben, in plaats van tegenover elkaar staan. In dat kader verdienen nationale parken dan ook een rol binnen de verschillende gebiedsprocessen. Het bezoekersmanagement in de parken is ook een grote uitdaging. De druk van recreatie en toerisme op natuurgebieden is groot, maar hoort wel bij het beleefbaar houden van de parken. Het is de uitdaging de bezoeker daar te krijgen waar de natuur het aan kan. Mijn derde punt is meer intern gericht. Het goede werk van de parken vereist een passende financiële steun. Uitdaging daarbij is overheden en andere partijen te bewegen meer dan nu bij te dragen met minimale bijbehorende administratieve lasten.
Als u een weekend in een nationaal park mag verblijven, welk park zou dit dan zijn en waarom?
Alle 21 parken zijn uniek in schoonheid en vertellen een eigen verhaal. Als ik één tip mag geven dan zou het zijn: bezoek ze allemaal. Ze zijn het waard!