In gesprek met Wilco Jacobusse over de subsidieregeling Ondersteuning Nationale Parken

30-07-2020 913 keer bekeken 0 reacties

Wilco Jacobusse, medeschrijver van de aanvraag van NP Oosterschelde voor de subsidieregeling van LNV voor de Nationale Parken, werkt samen met partners uit het park aan de aanvraag. De grote maatschappelijke transitieopgaven maken hier nadrukkelijk deel van uit.  

In gesprek met Wilco Jacobusse over hoe het NP Oosterschelde aankijkt tegen de investering voor de transitie van het Nationaal Park. 

Het lijkt mij nogal een klus, het schrijven van de aanvraag? 
Dat is het ook. Het is geen eenvoudige opdracht, maar gelukkig doen we het in een team waarin ook andere partijen, zoals de Provincie Zeeland, deelnemen. In het kernteam van Nationaal Park Oosterschelde zitten terreinbeheerders en de provincie; die schrijven gelukkig ook mee, of ze geven heel veel steun in input. De samenwerking met alle partijen in het Nationaal Park is erg goed en dat is een prima basis om af te stemmen en ook de nieuwe maatschappelijke onderwerpen op te pakken, die zo belangrijk zijn voor de transitie van de Nationale Parken. Heel positief vind ik hierbij dat dit ook door de provincie Zeeland met veel enthousiasme en mankracht wordt opgepakt. Wij krijgen alle steun van de provincie om een aanvraag te doen en samen naar de toekomst te kijken.  

Hoe kijk jij aan tegen de investering voor de Nationale Parken?
Alle aandacht die er is voor de Nationale Parken en de manier waarop er wordt gekeken naar toekomstbestendige parken, vind ik heel positief. Ik merk dat zo’n regeling een enorme boost geeft aan het met elkaar vooruit kijken naar de toekomst en het verbinden van nieuwe partijen aan het park. 

Heb je al concrete ideeën?
Jazeker, die zijn we nu aan het uitwerken. Aan de randen van de Oosterschelde is er nu, op het gebied van de landbouwtransitie, een  ‘topgebied’ zoals ze dat noemen, waar agrariërs in samenwerking met onder andere Stichting het Zeeuwse Landschap samenwerken aan natuurinclusieve landbouw. Wij vinden het een heel mooie rol van het Nationaal Park dit soort initiatieven een podium te geven en ze in contact te brengen met andere agrariërs rond de Oosterschelde om die ook te stimuleren die stap te gaan maken. Dan gaat het om enthousiasmeren en stimuleren en om een paar grondige gebiedsprocessen te doen om te kijken: “wat zijn nu die natuurwaarden aan de randen? Hoe kunnen we de randen wat minder hard maken?”. Dat zit ook in ons plan, dat wij, sámen met de agrariërs, gaan kijken hoe wij de Oosterscheldenatuur kunnen versterken in combinatie met een goede manier van landbouw bedrijven. Een van de wilde ideeën hierin is dat je misschien ook wel een keurmerk kunt lanceren voor producten die uit het Nationaal Park komen. Dat proces om dat verder te bedenken vinden wij een kansrijk idee om in te brengen voor de regeling. De landbouw is voor ons  een relatief nieuwe doelgroep. Ik hoop dat wij het kunnen doorzetten. Het belangrijkste is toch dat we het samen met die partijen doen. Daarvoor is een zorgvuldig proces nodig en daar kan zo’n stimuleringssubsidie in mijn ogen enorm bij helpen om het proces aan te jagen.

Een ander goed voorbeeld is een project waarbij wij met zeven nationale parken het verhaal van de vogeltrek meer voor een algemeen publiek beleefbaar willen maken. Dit proces willen wij ook onderdeel laten zijn van de aanvraag. Ik ben daar heel enthousiast over, omdat het een heel mooi onderwerp is waarbij wij ook echt met de kernwaarden van het Nationaal Park bezig zijn en waarbij we ook heel duidelijk samen met anderen een verhaal maken. De samenwerking krijgt zo ook een boost. Wij zijn nu in de voorbereidende fase en die kruisbestuiving levert ons allemaal veel op. Naast heel veel goede voorbeelden, ook gezamenlijke energie en nieuwe ideeën.

Sinds 2002 hebben wij de status Nationaal Park dat bestaat uit 2000ha land en 35000ha water.  Dit proces wat wij nu in gaan, met die aanvraag voor de regeling voor Nationale Parken, is voor ons een mooi moment om opnieuw te kijken naar een logische begrenzing. Zeker ook met een vraagstuk als de transitie van de landbouw of meer oog voor cultuurhistorie. Wij hebben, binnen het Nationaal Park ook wel een paar ideeën hoe dit eventueel uitgebreid zou kunnen worden, waardoor je dit ook binnen de begrenzing van het Nationaal Park krijgt. Dat proces willen wij ook onderdeel laten zijn van de aanvraag.  

Je klinkt alsof je de aanvraag al klaar hebt? 
Haha, nee! Maar wij zijn al een heel eind! Juist het gebiedsproces en het proces om de aanvraag te schrijven; dat vraagt nogal wat van ons. Het is best een uitdaging om het voor elkaar te krijgen in een zomerperiode als veel mensen met vakantie zijn en er ook nog eens een gevaarlijk virus rondwaart waardoor alles anders georganiseerd moet worden. Wij hebben veel ideeën, maar om die goed uit te werken hebben wij de andere partners uit het gebied nodig. Normaal gesproken ontstaat er niet zo snel een natuurlijk moment om zoiets als dit op te pakken. De regeling helpt om de koppen bij elkaar te steken en dit soort ideeën uit te werken. 

Dat geldt overigens ook voor de communicatie- en de educatiestrategie. Wij steken niet onder stoelen of banken dat wij als NP Oosterschelde graag één van de koplopers willen zijn op dit gebied. Wij zien de regeling dan ook als een heel mooi moment om een onderwerp als de transitie van de landbouw onderdeel te laten zijn van de nieuwe communicatie, -en educatiestrategie, zodat je de mensen erbij kunt betrekken. Ik vind het ook echt een cadeautje om met de partners van het park de educatie en communicatie samen opnieuw strategisch te bekijken. In mijn ogen zit die al best goed in elkaar, maar het is altijd goed om na te gaan: “Doen wij nog steeds de goede dingen? Hebben wij de goede onderwerpen te pakken?”.

Reacties

Velden met een * zijn verplicht.

Anti spam controle *

We gebruiken CAPTCHA als controlemiddel om spam tegen te houden. Vink de checkbox aan om door te gaan. Mogelijk wordt er gevraagd om bepaalde afbeeldingen te selecteren.
 
Een momentje...

0  reacties

Cookie-instellingen